Anja helpt veel sporters die kampen met sportblessures. Zij kan de oorzaak aanpakken van binnen uit, vaak in samenwerking met de reguliere sector.
Chronische sportblessures kun je verhelpen.
Meer bewegen, dat is het voornemen van veel mensen. Meer en vooral intensief bewegen is fijn. Maar het kan ook bij ervaren en onervaren sporters leiden tot blessures. Chronische blessures, waar de reguliere medische sector geen oplossing voor weet. De impact is dan ook groot: de sport waar je je ontspanning en uiteindelijk ook je rust in vindt, moet je vaarwel zeggen. Maar dat hoeft niet per se. Ik heb door mijn gave al veel sporters kunnen helpen. Ik werk namelijk niet van buiten naar binnen, maar van binnen naar buiten. Ik haal de blessure eruit. Daardoor ontstaat er ruimte en krijgt je lichaam een enorme oppepper. Het herstellend vermogen neemt enorm toe.
Client aan het woord:
Ik kampte met een blessure aan mijn rechteronderbeen. Een zwervend kwetsuur, want dan zat-ie weer in mijn kuitbeen, daarna in mijn achillespees om me uiteindelijk een pijnlijke knie te bezorgen. Hardlopen veranderde in kwakkellopen. Een paar dagen ging het wel, daarna wilde dat been niet meer en moest ik ermee ophouden. Soms was ik al na een kilometer klaar, kon ik al mijn sportkleren zo weer in de kast leggen en met een kattenwasje was mijn lijf weer schoon. Naar de fysiotherapeut geweest, zeker toen de pijn zich steeds meer manifesteerde in mijn knie. Die heeft me met gouden handjes van die ellende afgeholpen, en dat binnen een paar weken tijd. Heel gelukkig was ik er mee, maar dat sloeg meteen om toen ik toch weer die loopschoenen aantrok. Ik weet het nog goed, het was op een vrijdagmiddag: na vijfhonderd meter sloeg dat been op tilt, kon ik strompelend naar huis. Toeval of niet, op de terugweg kwam ik een vrouw tegen met een kunstbeen. Nog heel lang mee gebabbeld om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat het altijd slechter kan. De sportschool in, want bewegen zit nu eenmaal in de genen. Roeien en fietsen, alsof mijn leven ervan afhing. En warempel, ik begon er nog enige lol in te krijgen. Er ging blijkbaar een knop om: als het ene niet kan, dan moet je maar genoegdoening vinden in een ander bewegingspatroon. Op een goede dag moest ik weer eens langs bij Anja Reijns. Anja plaatst onder de noemer paranormaal is heel normaal columns in de Waalwijker en de Bossche Omroep. Ik ken er al een jaar of zeven. Ik schrijf die stukjes. Anja is een leuk mens, in ieder geval geen zweefmolen, zoals je dat weleens meemaakt in dat wereldje. Een nuchter type, waar ik al eens een paar vreemde dingen heb mogen meemaken. Toen ik toch bij Anja was, kaartte ik mijn blessure bij haar aan. Anja, die altijd weer in haar verhalen laat weten dat ze chronische blessures en dergelijke kan behandelen, stelde me voor om dat ook maar eens te ondergaan. Vooruit dan maar, baat het niet, dan schaadt het ook niet. Ik de behandeltafel op. Het was geen aanpak met toverspreuken, een goochelinstrumentarium of wichelroedes, gewoon met haar handen werd dat onderbeen aangepakt. Niet hard, eigenlijk vastgepakt. Praatje tussendoor, na een kwartier was het voorbij. Hardlopen mocht, een dag of drie later terugkomen. Zo ging dat twee weken door. Ik schoot er niet veel mee op. Dan ga ik me helemaal concentreren op je knie, zei Anja. Zo gebeurde, en warempel, diezelfde dag kon ik weer hardlopen. Op de loopband, rustig aan, een kilometer of vier. Daags daarna weer die loopband op, een kilometer of acht. Ook toen voelde ik geen pijn meer. Kort door de bocht: binnen een week kon ik weer normaal trainen. Ik heb geen last meer gehad van mijn knie, kuiten, scheenbeen of pees. Heerlijk is het dat ik weer naar buiten mag. Hoe komt dat nou? Ik heb geen idee. Anja ook niet. Wat ze wel weet: het zit in haar, het is een gave. Daar gaat ze niet prat op, want zo zegt ze: “Het is me ook maar gegeven.” Paranormaal is heel normaal, zo luidt dus haar slogan. Of het paranormaal is, dat weet ik eigenlijk niet. Ik vind het wel heel bijzonder. Daar ben ik ook bijzonder dankbaar voor.